De ademhaling is belangrijk, het staat in verbinding met de bloedsomloop en heeft invloed op het prestatievermogen van het paard.
De ademhaling zorgt ervoor dat er zuurstof wordt opgenomen in de bloedbaan. Bij het inademen komt er lucht door de luchtpijp in de longen. Vervolgens komt de lucht via de luchtwegen in de bronchien terecht waar de longblaasjes zitten, hier vind de uitwisseling van gassen plaats.
De zuurstof wordt afgegeven aan de rode bloedcellen en kooldioxide (gifstoffen) dat door de bloedcellen is meegevoerd wordt eraan onttrokken. De kooldioxide wordt vervolgens uitgeademd.
Tijdens het ademhalen gebruikt het paard ook spieren met name het middenrif (deze scheidt de borstholte van de buikholte) en o.a. de tussenribspieren.
Tijdens het inademen trekt het middenrif samen, zo wordt het longvolume groter en wordt er lucht naar binnen gezogen. Als het middenrif zich weer ontspant wordt het longvolume kleiner en de lucht wordt uitgeademd.
De ademhaling kan verstoord worden door spierspanning, een niet passend zadel, een te strak aangetrokken singel en ook door aandoeningen van de luchtwegen.
Het gevolg hiervan is dat er gifstoffen in het lichaam blijven zitten die invloed hebben op het hele paard en dus ook op het prestatievermogen.
De ademhaling bij een paard hoort regelmatig en zonder vreemde geluiden of knijpende bewegingen met de buik te zijn.
In rust is de ademhaling 8 tot 14 keer per minuut en bij hoge inspanning kan deze wel 180 keer per minuut zijn.