De bespiering is bij een scheef paard ook anders, er zit verschil in de linker en rechterzijde van het paard.

 


Bij een linksgebogen paard is het als volgt:

 

 

 

  • De rechterzijde de bolle zijde.
  • De linkerzijde is  de holle zijde
  • De rechterzijde is lang, slap bespierd en soepel.
  • Het rechterachterbeen is dan het dragende achterbeen. Dit been is soepel en buigzaam.
  • De linkerzijde is de holle kant.
  • De linkerzijde is kort en sterk bespierd. Het is de stijve, stugge zijde.
  • De linkerheup staat hoger.
  • Het linkerachterbeen is dan het stuwende been, dit is het stugge, steile achterbeen.
  • Het stuwt naar rechts voor.
  • Het paard zal op de ene kant een oefening makkelijker uitvoeren dan op de andere kant. In dit geval zal een paard de travers makkelijker linksom dan rechtsom uitvoeren.

 

Bij het rechtsgebogen paard is dit allemaal tegengesteld.