Een bot is levend weefsel met zenuwen en bloedvaten en is op tandsteen na het hardste materiaal in het lichaam. 


Rond elk bot zit het beenvlies,
waaraan de banden en pezen zich hechten.

Elk bot heeft zijn eigen taak en vorm.
In het lichaam van het paard vinden we verschillende typen botten, zoals:

  • Ronde botten

  • Platte botten – zoals de ribben

  • Lange botten – zoals het dijbeen

  • Korte botten – zoals het kroonbeen

  • Onregelmatige botten – de ruggengraat

 

Ook kan de vorm van een bot veranderen door belasting, druk en groei. Als er steeds druk op het bot is, door bijv. overbelasting kan er botafbraak ontstaan. Toename van het bot kan ontstaan door belasting of tijdelijke druk.

Het bot stelt zich in op de belasting en is daardoor te trainen. Als botten niet belast worden ontstaat er ook afbraak van het botmateriaal, dit kan ook komen door te weinig mineralen.

Beweging, training en voeding zijn dus belangrijk voor de belastbaarheid en gezondheid van het paard.

 

 

Gewrichten

De botten in het lichaam zijn met elkaar verbonden door kraakbeenverbindingen
(of zoals bij de wervels: door tussenwervelschijven)
of door gewrichten.
De meeste gewrichten zijn beweeglijk

Om te voorkomen dat de uiteinden van de botten bij beweging tegen elkaar aan schuren,
zit er over de gewrichtkapsels een bindweefsellaag.
Deze laag werkt als een schokdemper en beschermt de botoppervlakken.

Ook wordt er een vloeistof afgescheiden die als smeermiddel tussen de botten werkt. Bij meer beweging wordt deze vloeistof warmer en dunner zodat de vloeistof zich beter in het gewricht kan verdelen en zo het gewricht kan beschermen tegen schade.

Om gewrichtsslijtage te voorkomen is het goed om zeker tien minuten te stappen voordat je met het opwarmen van de spieren begint.