De travers is een oefening waarbij de voorhand rechtuit over de hoefslag gaat en de achterhand naar binnen is gesteld. Het paard is gesteld in de richting waar het naar toe gaat.
In de travers worden beide buitenachterbenen getraind.
Het is een oefening op twee hoefslagen en 3 of 4 sporen.
De lengtebuiging hetzelfde is als bij de schouderbinnenwaarts.
Het buitenachterbeen treedt richting het zwaartepunt en de binnenschouder krijgt zo meer vrijheid.
Het buitenachterbeen moet meer gewicht opnemen en meer buigen hierdoor verbeteren de soepelheid, balans, coordinatie en de lengtebuiging.
De travers is een goede voorbereiding voor het appuyeren (travers over de diagonaal) en de pirouette (kleinste vorm van travers op een volte).
De travers kan in stap, draf en galop uitgevoerd worden.