Problemen die je tijdens het rijden tegen kunt komen die een gevolg van de natuurlijke scheefheid van het paard kunnen zijn:

 

  • Het paard valt op de binnenschouder
  • Valt over de buitenschouder
  • Het paard vind het lastig om af te wenden
  • Kan een oefening op de ene kant wel uitvoeren en vindt dit op de andere kant erg moeilijk.
  • Pakt het bit vast
  • Is zwaar op de hand
  • Wil niet halsstrekken
  • Springt in de verkeerde galop aan
  • of springt overkruist aan in galop.
  • Loopt in telgang
  • Dribbelt
  • Of is juist traag
  • Maakt korte pasjes
  • Loopt niet regelmatig
  • Is teugelkreupel
  • Versneld
  • Kan niet vierkant halthouden
  • Gaat scheef achterwaarts
  • De ruiter komt scheef te zitten, zakt naar de bolle (lange slappe) zijde.
  • Paard heeft weinig schoudervrijheid.
  • Enz.

 

Door de academische rijkunst en het rechtrichten van het paard kunnen deze problemen verholpen worden.