De academische rijkunst is de meest pure en oorspronkelijke manier van het opleiden en rijden van paarden. En stamt uit de tijd van grootmeesters zoals: Xenophon, Pluvinel, De la Guérinière en steinbrecht.
Paarden waren een kostbaar bezit en werden in die tijd dressuurmatig opgeleid voor de oorlog. De paarden werden goed opgeleid en er werd veel tijd en energie in een langdurige opleiding van het paard gestoken.
Het doel van de academische rijkunst is om de natuurlijk talenten, krachten en vaardigheden van het paard te ontwikkelen tot het hoogst mogelijke niveau en om naar het volledig ontwikkelen van de draagkracht van de achterhand te komen om de voorhand te ontlasten en een ruiter te kunnen dragen.
Dit begint met het rechtrichten van het paard, de oefeningen die hiervoor gebruikt worden voeren paarden van nature ook uit tijdens momenten van trotsheid en opwinding.
Een paard wat rechtgericht is kan gelijkmatig naar links en rechts inbuigen in zijn lijf, kan alle oefeningen zowel links als rechtsom uitvoeren, kan gelijkmatig stuwen en dragen met zijn achterbenen en laat zich verzamelen en oprichten. Het paard kan tot op hoge leeftijd zijn werk als rijpaard in goede gezondheid uitvoeren.
Het paard word getraind in een logisch systeem van gymnastiserende oefeningen. De opleiding van het paard start met grond en handwerk, longeren en rijden Door de oefeningen in het tempo van het paard aan te bieden, zal het paard zich steeds meer gaan ontwikkelen en hierdoor rechter, sterker, soepeler en buigzamer worden en zich kunnen gaan verzamelen.